Het is een van de grootste uitdagingen voor gemeenten in de komende decennia: de energietransitie. In 2021 moet iedere gemeente een Transitievisie Warmte hebben, waarin vastgelegd is welke wijken voor 2030 van het aardgas af gaan en welke alternatieve warmtebronnen beschikbaar zijn voor die wijken.
De energietransitie is een ingrijpende en kostbare opgave. Het is daarom van groot belang om de juiste keuzes te maken. Bij het opstellen van een Transitievisie Warmte zijn drie factoren van belang.
In de eerste plaats gaat het om de structuur van de wijken en buurten zelf. Wat is de leeftijd van de woningen? Zijn het hoofdzakelijk rijtjeswoningen of zijn er juist veel ruime vrijstaande woningen? Zijn er veel huurwoningen of juist veel koopwoningen?
In de tweede plaats is het van belang of er geschikte warmtebronnen in de omgeving zijn die een warmtenet kunnen voeden. Denk hierbij aan bestaande warmtebronnen zoals datacenters, vuilverbrandingsinstallaties, fabrieken, etc. Maar vergeet ook vooral niet om ook te kijken naar de mogelijkheden voor natuurlijke warmtebronnen. Is de ondergrond misschien geschikt voor geothermie, of is aquathermie een optie?
In de derde plaats is het van belang om zo efficiënt mogelijk te kijken naar koppelkansen. Staat een buurt in de planning voor wegonderhoud of nieuwe riolering? Staat er een wijkverbeteringsplan op stapel? Moet ergens sociale herstructurering plaats vinden? Kijk daarbij niet alleen naar de plannen van de gemeente zelf, maar ook naar de plannen van bijvoorbeeld een woningstichting of netwerkbedrijf.
Het antwoord op deze drie vragen bepaalt enerzijds welke planning logisch is, en anderzijds wat voor iedere buurt een logisch alternatief is voor aardgas. Kijk daarbij overigens niet alleen naar warmtenetten en elektrificatie. Er komen steeds meer mogelijkheden bij. Zo kan het bijvoorbeeld in oude binnensteden erg lastig zijn om van het gas af te gaan. Een optie kan dan zijn om in die gebieden over te stappen op duurzaam gas, bijvoorbeeld waterstof.
De juiste, goed onderbouwde keuzes maken zorgen niet alleen voor een zo efficiënt mogelijke energietransitie, maar zorgen ook dat het aan de inwoners goed uit te leggen is waarom hun buurt wel of niet van het aardgas af gaat en waarom gekozen is voor een warmtenet, elektrificatie of een andere oplossing..
Als eenmaal duidelijk is welke buurten op de schop gaan voor de energietransitie, keer de zoektocht naar koppelkansen dan ook om. Moet een straat open, dan is dat misschien een ideale gelegenheid om bestaande knelpunten op het gebied van bijvoorbeeld verkeersveiligheid op te lossen. Ook is het misschien efficiënt om ook riolering en andere ondergrondse infrastructuur te vernieuwen. En vergeet tot slot vooral niet om ook te kijken naar die andere grote opgave waar gemeenten voor staan: klimaatadaptatie. Breng een straat niet automatisch terug in de oude staat, maar grijp deze kans aan om knelpunten op het gebied van bijvoorbeeld hittestress of wateroverlast aan te pakken. Sla twee vliegen in één klap voor een prettige en duurzame leefomgeving.