KLIMAATADAPTATIE

Ons klimaat gaat veranderen: het wordt warmer, de zomers worden droger, de winters worden natter en de zeespiegel stijgt. Deze veranderingen kunnen op verschillende manieren leiden tot hinder, overlast en zelfs gevaarlijke situaties. Vooral in stedelijke gebieden zullen de negatieve effecten van de klimaatveranderingen steeds duidelijker zichtbaar en voelbaar worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan wateroverlast, hittestress en verdroging.

Om deze negatieve effecten van de klimaatverandering op te kunnen vangen moeten we onze leefomgeving aanpassen aan het nieuwe klimaat. Gemeenten hebben hier een belangrijke rol in. Zij zijn immers verantwoordelijk voor een groot deel van de openbare ruimte, met name in stedelijk gebied. In het buitengebied spelen provincies, rijk, waterschappen en natuurorganisaties ook een rol in de klimaatadaptatie.

De opgave is voor iedere gemeente anders, afhankelijk van bijvoorbeeld de ligging, bouwopbouw, mate van verstedelijking, etc. Voor een gemeente langs de kust of langs een rivier zal het overstromingsrisico misschien het grootste aandachtspunt zijn, voor een stedelijke gemeente in de randstad misschien hittestress en voor een landelijke gemeente op de Drentse zandgronden wellicht droogte. Maatwerk is daarom van groot belang.

Eind 2018 hebben rijk, provincies en gemeenten een bestuursakkoord gesloten over klimaatadaptatie. Hierin is afgesproken dat gemeenten, waterschappen en provincies de knelpunten en oplossingen in beeld brengen via een proces van stresstesten via risicodialogen naar uitvoeringsagenda’s. Alle gemeenten moesten dit proces eind 2020 afgerond hebben.

Naast het oplossen van bestaande knelpunten zal klimaatadaptatie een vast onderdeel moeten worden van iedere ontwikkeling in de openbare ruimte. Een nieuwe wijk aanleggen, een riool vervangen, sociale herstructurering of maatregelen in het kader van de energietransitie? Onderzoek dan welke maatregelen getroffen kunnen worden om de omgeving zo goed mogelijk af te stemmen op het nieuwe klimaat.